Voor het klimaat moeten we samen hard werken
25 november 2021

De klimaattop in Glasgow had, na twee weken onderhandelen met zo’n 200 landen, een dagje extra nodig voor de nieuwe mondiale klimaatafspraken. Die uitloop laat maar weer eens zien dat de klimaatopgave, waar we gezamenlijk verantwoordelijk voor zijn, geen gemakkelijke is. 

delen

De wereldleiders hebben de gemaakte afspraken mee naar huis genomen, waaraan de komende jaren op landelijk, provinciaal, regionaal en gemeenteniveau uitvoering zal moeten worden gegeven. 

 

Harry van Rooijen, wethouder van gemeente Meierijstad en bestuurlijk trekker Klimaatadaptatie RNOB, neemt ons mee in die regionale opgave. Wat doen gemeenten en waterschappen op dit moment in regio Noordoost-Brabant aan klimaatadaptatie? Wat zijn de ambities voor de toekomst en hoe gaan we die realiseren? 

 

Duurzame toekomst

Binnen RNOB is Harry voorzitter van het Portefeuillehoudersoverleg Ruimte, Mobiliteit en Wonen. Vanuit die rol is hij gevraagd als voorzitter van de kopgroep Klimaat, Natuur en Landschap. Tevens is hij vicevoorzitter van de stuurgroep Regionale Energie Strategie (RES).

 

“Milieu en klimaat kun je niet kopen, daar moeten we samen hard voor werken. Ik vind dat we ons terecht zorgen moeten maken over dit onderwerp. Ik voel vooral het plichtsbesef om bij te dragen aan een duurzame toekomst voor de generaties na ons.” Ondanks dat Harry’s pensioen voor de deur staat, zit hij zeker nog niet stil. Maar het is wel tijd voor een nieuwe lichting, vindt hij. 

 

Samenwerken aan klimaatadaptatie

In Noordoost-Brabant vond begin november ook een ‘klimaattop’ plaats: de Regionale Klimaat2Daagse. Bestuurders en ambtenaren van gemeenten en waterschappen in RNOB, onderzoekers en professionals kwamen bijeen om kennis te delen en de voortgang van projecten op het gebied van klimaatadaptatie te bespreken. 

 

Harry: “Tijdens de Klimaat2Daagse hebben we het o.a. gehad over de slimme inrichting van buitenruimtes en bedrijventerreinen, met planten en bomen om hittestress te verminderen. En over het stimuleren van inwoners om hun tuinen klimaatbestendig te maken. Hoe doe je dat en hoe zorg je dat bewonersinitiatieven en overheid elkaar versterken? We kijken ook naar de ontwikkeling van beekdallandschappen en hoe we daar handen en voeten aan kunnen geven bij nieuwe gebiedsontwikkeling. De sponswerking van de bodem - water vasthouden vs afgeven in tijden van natte vs droge perioden - is ook een belangrijk aandachtspunt, o.a. voor de de toekomst van agrariërs."

Er  worden in de regio ook stresstesten gedaan. "Dat zijn stabiliteitstesten om inzichtelijk te maken wat de kracht, maar ook de risico’s van een gebied zijn", vervolgt Harry. "Daarop kun je je doelstellingen op gebiedsniveau laten aansluiten. Door wetenschappelijk onderbouwde resultaten te laten zien, kun je collega bestuurders motiveren om er binnen hun eigen gemeente ook mee aan de slag te gaan. We leren veel van elkaar tijdens zo’n Klimaat2Daagse. Het laat zien waar we in de regio mee bezig zijn.” 

De uitdaging zit in de bewustwording dat elk individu een eigen verantwoordelijkheid heeft in de maatschappij

Samenwerken is een noodzaak

Uitdagingen zoals klimaatverandering maar ook energietransitie, verduurzaming van de landbouw, de fijnstofproblematiek of de waterhuishouding beperken zich niet tot de gemeentegrenzen. Daarom vindt Harry samenwerking geen keuze maar een noodzaak.

 

“Iedereen is zich bewust van het feit dat we iets aan klimaatadaptatie moeten doen en dat je dat als gemeente niet alleen kunt. Maar de uitdaging zit in de bewustwording dat ieder individu een eigen verantwoordelijkheid heeft in de maatschappij. Een zonneweide aanleggen bijvoorbeeld. Bijna iedereen zegt en weet dat het moet gebeuren, maar niemand wil een zonnepark in zijn achtertuin. Als een agrariër zijn grond beschikbaar stelt, staat er ergens anders weer iemand op die daartegen is. Bijvoorbeeld door de aanwezigheid van bepaalde vogelsoorten of omdat woningbouwplannen in de verdrukking komen. Het is daarom goed dat de regio samen optrekt en gezamenlijk de regie hierop pakt. Als je niet samenwerkt door kennis te delen of projecten te doen, dan komt er helemaal niets van terecht. Als gemeente heb je te weinig power om dat alleen te doen. Je hebt draagvlak nodig.”

 

Ambities voor de toekomst

Als individu denken we soms te makkelijk dat dingen vanzelf worden opgelost. Maar als er niemand de regie pakt, gebeurt er niets. We moeten de verbinding zoeken. “Daar ligt de komende jaren de grootste uitdaging”, volgens Harry. “Alle initiatieven dragen bij aan verandering van de regio, maar we moeten ervoor waken dat we niet in onze eigen spaghetti verstrikt raken. We moeten de bestuurlijke spaghetti controleren, zodat het geen pasta wordt maar een goed routeboek.” 

 

Een pasklare oplossing om de verschillende opgaves met elkaar te verbinden, heeft Harry niet, maar de kracht zit volgens hem in samenwerking en afspraken maken. “Zonder wrijving geen glans. We mogen best eens mopperen tegen elkaar, maar ik deed altijd pas de deur open om naar huis te gaan als er afspraken waren gemaakt.”

 

Dat is dan ook de boodschap die Harry mee wil geven aan zijn collega’s en straks zijn opvolger. “Ga niet weg zonder dat je afspraken hebt gemaakt en er weer nieuwe actiepunten zijn geformuleerd. Als je dat doet zet je steeds een nieuwe groeistap”, aldus Harry.

Harry werd actief in de lokale politiek toen hij werd gevraagd voor de kieslijst van VVD. Hij was commissielid, raadslid en vervolgens fractievoorzitter van zijn geliefde woonplaats Veghel. Later werd hij in diezelfde gemeente lid van de Rekenkamer en daarna voorzitter van de Raadscommissie Bestuurszaken & Economie. Toen in januari 2017 gemeente Meierijstad ontstond uit de fusie tussen Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode werd Harry gevraagd als wethouder. In RNOB bekleed hij bestuurlijke functies binnen het regionale mobiliteitsprogramma en Klimaatadaptatie. Hij is voorzitter van het Poho Ruimte, Mobiliteit en Wonen en lid van het Dagelijks Bestuur. Aan het einde van deze raadsperiode stopt hij als wethouder.