Dat benadrukte Kees van Geffen, voorzitter van RES Noordoost-Brabant, tijdens de bestuurlijke Regiodag van RNOB op 2 oktober jl. Het kabinet wil dat ons energiesysteem in 2040 geen CO₂ meer uitstoot. Tegelijkertijd is de verwachting dat de elektriciteitsvraag verdrievoudigt en de productie zelfs verviervoudigt. Overheden en andere partijen staan dus voor een grote uitdaging om in de toekomst op een duurzame manier in de groeiende energiebehoefte te voorzien.
Ingrijpen is noodzakelijk
De afgelopen jaren lag de focus van de energiesector vooral op grootschalige energieopwek. Maar het elektriciteitsnet zit inmiddels vol: er is sprake van netcongestie (‘verstopping’). “Netcongestie zet een flinke rem op innovatie en groei, met directe gevolgen voor werkgelegenheid, woningbouw en de leefbaarheid van onze regio”, concludeert Kees.
Voor inwoners en ondernemers in Noordoost-Brabant is dat nu al merkbaar. “Nu al staan er zo’n 850 grootverbruikers in de wacht voor een stroomaansluiting", vervolgt Kees. "Ze willen uitbreiden en kunnen zo meer werkgelegenheid creëren, maar zijn pas na 2033 aan de beurt. Ook zullen inwoners vaker te maken krijgen met tijdelijke stroomuitval. We moeten op een andere manier naar ons energiesysteem kijken. Netcongestie dwingt ons tot een integrale gebiedsaanpak waarin ruimtelijke ontwikkelingen, wonen, economie én energie in samenhang worden opgepakt.”
Naar een toekomstbestendig energiesysteem
Die samenhangende aanpak vormt een belangrijke pijler van Energieregio Noordoost-Brabant, de uitvoeringsorganisatie van de Regionale Energie Strategie (RES) Noordoost-Brabant. Kees: “Het is belangrijk om als regio zelf de regie te pakken en niet te wachten op uitbreiding van het landelijke stroomnet. Een toekomstbestendig energiesysteem is alleen mogelijk wanneer gemeenten, provincie, waterschappen, netbeheerders en maatschappelijke partners samenwerken.”
In de aanpak is een sleutelrol weggelegd voor decentrale oplossingen. Bedrijventerreinen kunnen zich bijvoorbeeld ontwikkelen tot energiehubs, nieuwe woonwijken tot energiegemeenschappen. Ook de energie-infrastructuur wordt onderdeel van een zorgvuldig ontworpen energielandschap.
Rol van gemeenten
In de transitie naar een toekomstbestendig energiesysteem spelen gemeenten een essentiële rol. Zij maken de ruimtelijke keuzes en staan dicht bij inwoners en bedrijven. Juist daar komen energie, ruimte, wonen en economie samen. “We roepen gemeenten daarom op om energie vroegtijdig mee te nemen in plannen en projecten, ruimte te reserveren voor slimme oplossingen en samen te werken over de grenzen van beleidsvelden heen”, aldus Kees. Vanuit de Energieregio is het gesprek met de regionale partners zoals bedrijven en kennisinstellingen al gestart. “Alleen door nú gezamenlijk regie te nemen, houden we Noordoost-Brabant leefbaar, ondernemend en toekomstbestendig.”
Rol van RNOB
De regionale energiestrategie is geen opgave voor RNOB maar gaat via RES/Energieregio Noordoost-Brabant. René Peerenboom, regiomanager RNOB, reageert: “Een duurzame energievoorziening is een opgave die grote impact heeft op andere maatschappelijke opgaven zoals mobiliteit, wonen en economie. In de energietransitie is het belangrijk dat RNOB en RES Noordoost-Brabant gezamenlijk optrekken. RNOB kan bijvoorbeeld helpen om de gesprekken met de 10 gemeenten te faciliteren.”
Brabants Energieperspectief 2050
Op provinciaal niveau wordt momenteel gewerkt aan het Brabants Energieperspectief 2050. Hiervoor trekt de provincie Noord-Brabant onder andere op met de vier Brabantse RES-regio’s. Tijdens de bestuurlijke Regiodag gaf Bas Maes, gedeputeerde Klimaat en Energie, een toelichting op het perspectief aan de bestuurders van RNOB. “De beschikbaarheid van energie is niet langer vanzelfsprekend, maar steeds meer een factor van betekenis bij plannen voor woningen, bedrijventerreinen en andere ruimtelijke ontwikkelingen. Het maken van verstandige keuzes als het gaat om betaalbaarheid, betrouwbaarheid en omgevingsbewustzijn vraagt om samenwerking. Samenwerking tussen beleidsterreinen, tussen gemeenten en over regio- en provinciegrenzen heen. Want het energiesysteem houdt zich ook niet aan die grenzen. Alleen zo realiseren we het energiesysteem van de toekomst.”