Intensere samenwerking in de regio dringend nodig
27 mei 2022

Wat doe en kun je als gemeente wel zelf en wat niet (meer)? Steeds meer taken en verantwoordelijkheden komen bij gemeenten te liggen. Terwijl de benodigde middelen en mankracht beperkt zijn. 

delen

“Als gemeenten niet meer en beter gaan samenwerken, loopt de machine vast. Qua mankracht, slagkracht, lobbykracht, financiële kracht en expertise”, voorziet Johan van der Schoot, tot voor kort wethouder van gemeente Oss. Hij is daarom blij dat gemeenten steeds meer onderkennen dat schaalgrootte belangrijk en noodzakelijk is. “Samen ben je niet alleen efficiënter, maar ook effectiever”.

 

Rol regio steeds groter

Vanaf het moment dat Johan in 2015 wethouder werd in Oss is hij betrokken bij RNOB. Hij heeft de ontwikkeling van de regio gezien. Johan: “Regio’s hebben een steeds prominentere rol gekregen in de loop van de jaren.”

 

Hij heeft daarbij ook ervaren dat regionale samenwerking een complexe vorm van samenwerken is. “We hebben nu eenmaal te maken met autonomie en politieke verantwoordelijkheid op lokaal niveau. Steeds meer opgaven vragen regionale afstemming en aanpak. Denk aan het sociaal domein, wonen, de opvang van vluchtelingen, klimaatadaptatie en de regionale energiestrategie. Daarbij kunnen meningen van deelnemers verschillen. En het gezamenlijke regionale belang kan botsen met lokale belangen. Neem beladen onderwerpen zoals waar asielopvang of een grootschalige mestfabriek of windmolens moeten komen. De evenwichtige verdeling van zoet en zuur ligt lokaal politiek-maatschappelijk gevoelig en zet de samenwerking onder druk. Dit dilemma vraagt om een nieuw antwoord.” 

 

Integrale aanpak als één overheid

Veel opgaven gaan over gemeentegrenzen heen. Denk in het fysieke domein aan de klimaatopgaven en lucht, water en bodem. Juist op die opgaven kun je synergievoordelen behalen door samen te werken.

 

“In de verdeling van de fysieke ruimte moeten we verdergaand samenwerken, bijvoorbeeld als het gaat om de inrichting van de regio qua wonen, landbouw en mobiliteit. Daarnaast zijn veel maatschappelijke opgaven met elkaar verbonden. Zo hangt de schone luchtopgave samen met o.a. de opgaven voor mobiliteit, economie, de transitie van de Iandbouw en de aanpak van stikstof. Binnen de regio vraagt dat om een integrale aanpak en op overheidsniveau om een één-overheidsaanpak tussen gemeenten, provincies en Rijk. Als regio heb je meer te bieden dan als afzonderlijke gemeenten. Dat moeten we als RNOB nog beter op de kaart zetten naar stakeholders, maar ook nog duidelijker uitdragen naar onze eigen achterban, waaronder de gemeenteraden.” 

 

Architect van het Schone Lucht Akkoord

Daarom nam Johan het initiatief om het Schone Lucht Akkoord door alle Noordoost-Brabantse gemeenten gezamenlijk te laten ondertekenen. RNOB vervulde daarin een dankbare platformrol. “Vanuit RNOB hebben we elke gemeente gevraagd om te ondertekenen en een bijdrage te leveren aan de Schone Lucht projecten. We waren de eerste regio die dit gezamenlijk heeft opgepakt. We hebben daarvoor veel complimenten gekregen.” 

Johan benadrukt daarbij wel het belang om ambitie en strategie in de uitvoering tot leven te wekken. “Daarvoor is het nodig dat we vraagstukken, met hun dilemma’s, van veilig ver weg, naar concreet dichtbij halen”, is zijn motto. “We kunnen eindeloos blijven analyseren en mooie vergezichten schetsen, maar we moeten praktische keuzes durven maken - juist ook als die gevoelig liggen -  en die tot uitvoering brengen.” 

 

Intentieverklaring Bouwend Nederland en RNOB

Een voorbeeld van zo’n concrete actie is bijvoorbeeld dat bedrijven in de bouwsector stikstof- en fijnstofemissies gaan terugdringen door zo veel mogelijk ‘schone’ elektrische werktuigen in te gaan zetten. Om dit initiatief te ondersteunen tekenden bestuurders van Bouwend Nederland en RNOB bij Spierings Mobile Cranes in Oss in april 2022 de intentieverklaring ‘Reductie Emissies Bouw’. Johan: “Met dit soort concrete maatregelen verbetert de luchtkwaliteit, met als doel om milieuwinst en gezondheidswinst voor onze inwoners te realiseren.” 

"Een goede samenwerking vraagt om kiezen voor een heldere en realistische focus, elkaar durven aanspreken op ieders daadwerkelijke bijdrage aan het beoogde resultaat en een evenwichtige verdeling van lusten én lasten."

Neem inwoners mee

We kunnen niet volstaan met wat nu nodig is. En niet alles voor morgen kan vandaag worden opgelost. Hoe neem je daarin de inwoners en bedrijven mee? “Blijf transparant en durf de dilemma’s  te benoemen. En zorg voor gedegen onderbouwing”, is Johans advies. “Daarom doen we ook veel onderzoek en draaien we pilots. We meten bijvoorbeeld de luchtkwaliteit aan de hand van mobiele meetstations. In het landelijk gebied in de regio Den Bosch-Oss-Veghel komt ook een vast luchtmeetstation dat wordt beheerd door het RIVM. Hierover hebben de gemeenten in RNOB, de provincie en het Ministerie Infrastructuur en Waterstaat afspraken gemaakt in het Schone Lucht Akkoord. Aan de hand van de data kunnen we inwoners inzicht geven in de luchtkwaliteit in hun wijk.”

 

Regionale kennis- en uitvoeringscentra

Johan hoopt dat de Noordoost-Brabantse gemeenten in de toekomst nóg beter en concreter op verschillende opgaven blijven én gaan samenwerken zodat de slagkracht en daadkracht nog steviger worden. “Voldoende mankracht en actuele expertise is een groot en groeiend probleem binnen gemeenten. Daarom bepleit ik het opzetten van regionale kenniscentra met elk passende uitvoeringscapaciteit ter ondersteuning van de deelnemers. Ik vind de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) een mooi voorbeeld. Na een moeilijke aanloopperiode zijn de voordelen nu evident. RNOB kan in de bundeling van krachten op andere terreinen een belangrijke faciliterende rol spelen. 

 

Of Johan nog tips heeft? “Die zijn, denk ik, wel bekend uit mijn inbreng in de afgelopen jaren. Het zal dan ook niet verbazen als ik voor succesvolle regionale samenwerking nogmaals het belang benadruk van heldere en realistische focus, van elkaar durven aanspreken op ieders daadwerkelijke bijdrage aan het beoogde resultaat en van evenwichtige verdeling van lusten én lasten. Daarin zie ik dat we in RNOB groeien.”

 

Ook al gaat hij stoppen als wethouder en dus ook met zijn rol binnen RNOB, Johan zit nog boordevol ideeën. Dus wie weet, zullen we hem nog tegenkomen in het werkveld. Bedankt, Johan!

Over Johan van der Schoot

Johan is geboren en getogen in Grave. Hij studeerde rechten in Nijmegen. Daarna volgde een lange bestuurlijke carrière in de financiële sector. Later startte hij een eigen adviespraktijk in strategie, reputatie- en crisismanagement. Via die weg kwam Johan voor een opdracht in zijn eigen gemeente Oss in beeld. De vraag van zijn CDA Oss of hij wethouder wilde worden, kwam onverwacht. Hij moest er wel even stevig over nadenken, want hij voelt zich een bestuurder en geen politicus.

 

Binnen RNOB zat Johan in het portefeuillehoudersoverleg Duurzame Leefomgeving, de kopgroep Landbouw, de werkgroep Klimaatadaptatie en hij was bestuurlijke trekker van het Schone Lucht Akkoord. Daarnaast was hij DB-bestuurder van o.a. de RES, ODBN, waterveiligheidsmaatregelen en actief lid van de G40 werkgroep Duurzaamheid. 

 

Op 24 februari liep, na 7,5 jaar veelbesproken wethouderschap, zijn tweede termijn af. Dat vindt Johan een optimale en maximale periode voor zichzelf. Bovendien wordt hij dit jaar 67 jaar. Hij zal zeker nog zaken blijven oppakken, want niets doen is niks voor hem. Maar hij vindt het wel tijd voor een betere balans tussen zijn zakelijk en privé-leven.