Waar verdienen boeren hun geld mee?
Landbouw is van oudsher onlosmakelijk verbonden met Noordoost-Brabant. Boeren zorgen niet alleen voor voedsel, maar ook voor het landschap, biodiversiteit, sociale cohesie én ze in belangrijke mate bijdragen aan de regionale economie. Voor ambtenaren van gemeenten en waterschappen is het niet altijd duidelijk hoe boeren hun geld verdienen, en met welke (financiële) uitdagingen zij te maken hebben. Samen met Connecting Agri & Food organiseerde RNOB een bijeenkomst over de economische werkelijkheid van het boerenbedrijf.
Een sector in beweging
De landbouw in Noordoost-Brabant is divers: van melkvee tot akkerbouw en van varkens tot pluimvee. Die verscheidenheid maakt de regio economisch stabiel, maar tegelijkertijd ook complex. De marges zijn vaak klein en sterk afhankelijk van factoren die buiten de invloed van de boer liggen — zoals wereldmarktprijzen, beleid, klimaat en consumentengedrag.
Linda de Bie, directeur Connecting Agri Food: “Landbouw kenmerkt zich door een relatief lage winstgevendheid bij bepaalde sectoren. De rentabiliteit, oftewel het inkomen dat boeren overhouden na kosten voor arbeid, grond en machines, ligt regelmatig onder de 100 procent. Dat betekent dat die bedrijven niet volledig kunnen voorzien in een vergoeding voor eigen arbeid en vermogen. Er zijn bovendien grote verschillen tussen sectoren en spreiding tussen de bedrijven binnen één sector: waar de één een goed jaar draait, kan de ander verlies lijden.”
Keurmerken en export
Daarnaast is de voedselketen, waar landbouw onderdeel van is, een ingewikkelde keten. Er zijn veel boeren, en maar een paar grote inkooporganisaties voor de supermarktketens. Bovendien levert de landbouw veelal kort houdbare producten op waardoor boeren weinig invloed op de verkoopprijs hebben. Met keurmerken zoals Beter Leven en PlanetProof kunnen zij wel een hogere prijs krijgen. Daar staan wel weer extra kosten tegenover, bijvoorbeeld voor duurzamer voer of voor het creëren van meer ruimte voor dieren.
“Export is een belangrijke economische pijler voor boeren”, vult Linda aan. “Het grootste deel van de export is voor Noordwest-Europa, slechts een relatief klein gedeelte wordt afgezet naar andere werelddelen. De prijs die boeren voor hun producten krijgen, is wel weer afhankelijk van ontwikkelingen op de wereldmarkt.”
Stijgende kosten en verantwoordelijkheden
Ook kampen boeren met stijgende kosten voor bijvoorbeeld energie, voer, arbeid en mestafzet. Tegelijkertijd groeit de maatschappelijke en wettelijke druk om duurzamer te produceren. Thema’s als stikstof, waterkwaliteit, bodemvruchtbaarheid en dierenwelzijn stellen hoge eisen aan het boerenbedrijf, terwijl de ruimte schaars is en de grondprijzen stijgen.
Akkerbouwers zijn afhankelijk van het weer, waardoor droogte of veel regen hun opbrengst sterk beïnvloedt. Vruchtwisseling is belangrijk voor hun verdienmodel: aardappelen leveren het ene jaar veel op en het andere jaar weinig. Omdat dezelfde gewassen niet elk jaar op hetzelfde land kunnen worden geteeld – vanwege bodemuitputting en risico op ziekten – wisselen boeren af met gewassen die minder opleveren, maar de bodem wel verbeteren en plagen helpen voorkomen.
Technologische innovaties en neventakken
“Ondanks al deze druk is de landbouw flink in beweging, op een positieve manier”, aldus Linda. “Door de inzet van autonome onkruidrobots bijvoorbeeld zijn minder gewasbeschermingsmiddelen en arbeid nodig. Ook maakt de sector steeds meer en beter gebruik van sensormetingen, cameratechnologie en kunstmatige intelligentie. Naast innovatie zijn er ook boeren die zich richten op neventak, zoals duurzame energieproductie, natuurbeheer, kinderopvang en boerderijwinkels. Een serieuze neventak kan het verdienmodel van de boer versterken.”
Boeren zien zichzelf niet alleen als voedselproducent, maar ook als beheerder van het landschap. Ze zorgen voor waterberging, biodiversiteit en een aantrekkelijk buitengebied. De vergoedingen die ze daarvoor krijgen, zijn echter gebaseerd op de kosten van de teelten en niet op wat het oplevert. Daardoor is het lastig om deze taken financieel goed rond te krijgen.
Meer begrip, betere samenwerking
De landbouwsector was, is én blijft een sleutelspeler in de brede welvaart van Noordoost-Brabant. Om die positie te behouden, is het belangrijk dat betrokken partijen elkaar begrijpen. Inzicht in elkaars situatie helpt bijvoorbeeld om beleid beter af te stemmen op de praktijk en vice versa. Linda: “De workshop liet zien hoe belangrijk samenwerking is tussen landbouw, overheden en kennisinstellingen. Alleen door elkaar te begrijpen en economische én maatschappelijke doelen te verbinden, realiseren we samen een duurzame en toekomstbestendige landbouw in Noordoost-Brabant.”